In de hoofdrol: Kunstenaarstweeling
Kunstenaarstweeling al bijna 50 jaar lid van Debutade
Nel Tiepel-ten Bosch en Mijntje van Aarst-ten Bosch in de Hoofdrol
“Je kon eerder tekenen dan lopen”, zei de moeder van Mijntje en Nel ten Bosch tegen Mijntje, niet wetende dat zij beiden nu al bijna 50 jaar lid zijn het Teekengenootschap Debutade en ontelbare tekeningen en schilderijen hebben vervaardigd. Mijntje en Nel werden 86 jaar geleden geboren in de Staatsliedenbuurt in Amsterdam en groeiden daar op in de tijd net voor en in de Tweede Wereldoorlog. Thuis en op school waren ze veel aan het tekenen, altijd een potloodje in de hand. Ze vochten om kleurtjes, als die er waren. En dat was in de schaarste van die tijd heel anders als nu. De juffrouw op school zei wel eens: “Dit is een rekenschrift en geen tekenschrift!”
Door de oorlogstijd waren de meisjes veel te mager. Na de oorlog moesten ze naar het Koloniehuis in Bergen aan Zee ( genaamd Jong Nederland, gelegen naast het Zeehuis) om aan te sterken, zes weken lang en als je niet genoeg gegroeid was, moest je nog eens zes weken. Daar waar ze als kind hadden gebivakkeerd, gingen ze ook werken allebei. Het Zeehuis was eigendom van het Burgerweeshuis.
Nel en Mijntje werden na de opleiding kinderverzorging beiden opvoedkundig ambtenaar van de Gemeente Amsterdam, en werkten 10 jaar lang in het Burgerweeshuis. Tijdens hun werk volgden ze in de avond cursussen en haalden beiden Kinderbescherming A en B. Maar toen ze gingen trouwen, werd hun contract opgezegd. Als je ging trouwen, mocht je niet meer werken. Dat was zo in die tijd. Nel bleef voor een kleine vergoeding nog wel werken in de linnenkamer.
Henk en Mijntje woonden vijf jaar in Friesland en kwamen in 1971 naar Schellinkhout. Nel en Guillaume verhuisden in 1972 van Amsterdam ook naar Schellinkhout. Na hun komst in Westfriesland hebben ze jaren in de peuterspeelzaal gewerkt, goed opgeleid als ze waren. Mijntje in Schellinkhout en Nel in Hoorn.
Hoe ze lid zijn geworden? Ze zaten te wachten bij de Vleeschafslag aan de Maelsonstraat tot ze aan de beurt waren en raakten aan de praat met een slechtziende man die daar ook zat te wachten. Dat bleek de heer van Haandel te zijn, toenmalig voorzitter van Debutade, die enthousiast vertelde over de vereniging Debutade. Dat was de aanleiding om lid te worden en toen ging het balletje rollen.
Debutade was net verhuisd naar boven in het pand van de firma Blokker aan het Breed 12. Later heeft de firma het geschonken aan de vereniging Oud-Hoorn. Iedereen was erg gemotiveerd om mee te doen aan projecten en exposities. De cursussen waren ’s avonds, want het merendeel van de leden werkte overdag.
Toen ze bij de vereniging kwamen was de heer van Delft voorzitter van Debutade; zijn portret hangt nu achterin de serre. Nel zat 10 jaar in het bestuur, voorzitter was toen de heer R.Martin. Zij hield zich veel met exposities bezig; door het hele land werd geëxposeerd en veel in Noord-Holland o.a. op de Westfriese Flora in 1986. Er werd een speciale krant uitgegeven waarin van beide dames een schilderij met tulpen werd opgenomen.
In de Noorderkerk exposeerden Nel en Mijntje met Lies Buurman, en Frits ten Haagen hield de openingsspeech. In Cultureel Centrum de Schakel hingen wel 100 schilderijen en tekeningen van hen en andere kunstenaars.
Bij de expositie ter gelegenheid van het 150 jarig bestaan van Debutade in Expoost was er ook veel mooie werk van beide dames, o.a de Nachtwacht en de Man met de Gouden Helm van Mijntje, en Rotius van Nel.
Dat exposeren was een heel werk: het inlijsten, vervoer, ophangen en weer afhalen en opruimen. Gelukkig hielpen haar mannen Henk van Aarst van Mijntje en Guillaume Tiepel van Nel altijd mee.
Er komen veel verhalen langs over begeleiders die de dames geïnspireerd hebben:
* Hans Boon, hun allereerste leraar, een klein mannetje met krullen, pas van de academie. Mijntje haar eerste tekening bij Debutade was in houtskool en zij heeft hem nog. Hans was pentekenaar.
* Ton Frumeau met wie ze altijd naar buiten gingen om te schilderen, de boer op.
* Merwin Corbeau met wie ze gingen varen op het IJsselmeer en vanaf het water Hoorn gingen schilderen, en ook met wie ze ook ter gelegenheid van het 125-jarig bestaan een prachtige busreis naar Parijs organiseerden. Daar ontstonden natuurlijk de mooiste tekeningen en schilderijen tot in de bus aan toe.
* Frits ten Haagen, de fijnschilder van Hoorn, die een Galerie had in Schoolsteeg waar ook Nel haar atelier zo’n vijf jaar had samen met Tuula van Breen en Lies Buurman.
Ook Mijntje had haar eigen atelier aan het Grote Oost samen met Lenie Simons. En beiden verkochten het eigen werk goed. Van iedereen hebben ze wat meegekregen, alle technieken hebben ze beoefend. Nel houdt van olieverf, aquarel en pastel. Mijntje doet nog steeds van alles. Fijn en grof.
Een van de hoogtepunten uit al die jaren was het jaarlijkse schilderen op zondag op de Zeedijk in Amsterdam op uitnodiging van de ondernemers van de Zeedijk. Er kwamen wel 600 amateur schilders op af. Iedere vereniging kreeg een kroeg toegewezen en daar kreeg je koffie met gebak en lekkere broodjes alleen de borreltjes moesten ze zelf betalen. Wijkagent Joep paste op ons.
Er waren dweilorkestjes voor de broodnodige sfeer en Debutade heeft hier wel 10 jaar aan meegedaan. In een van de jaren was de opdracht portrettekenen en portretschilderen. Mijntje had een prachtig protret van een negroide man gemaakt en dat werd verkocht voor 25 gulden. Eigenlijk had ze later spijt dat ze het had verkocht. Nel schilderde Pistolen Paultje en het staat haar bij dat hij het zelf heeft gekocht. Nel kreeg de Juryprijs en Mijntje de tweede prijs. En ze stonden in de Telegraaf! Aan het eind van de dag werden de schilderijen en tekeningen altijd door de sigarenboer gekocht voor een tientje. En het vermoeden is dat hij er wel wat oplegde wanneer hij ze weer verkocht.
Dit jaarlijkse feestje ging door totdat Piet van Rees, de organisator en uitbater van Cafe de Meester, werd neergeschoten. Hij overleefde het wel, maar overleed later aan een hartaanval. Nel en Mijntje zijn nog op de begrafenis geweest van Piet. Zijn zoon heeft er nog wel aan getrokken om iets te organiseren voor de zondagschilders, maar de ziel was er uit.
In het voorjaar en najaar trokken zij er op uit, Nel en Guillaume met de camper en Mijntje en Henk naar hun huisje in Frankrijk. En ook daar werd veel geschilderd.
Als ik met Nel en Mijntje praat, is er een opruim-dag van het atelier op komst. Nel is heel duidelijk: de vogels en al die andere mooie voorwerpen moeten blijven, alleen worden afgestoft en verder niet. De zussen spreken uit één mond. Nel houdt de boel goed in de gaten: “Ons erfgoed mag niet weg”.
In de laatste tijd van lockdown en afstand is het duidelijk: “Je mist je cluppie” Ze schilderen thuis wel door, maar toch wordt de inspiratie van Debutade en van elkaar gemist. En als dit voorjaar Henk van Mijntje overlijdt, verandert er veel. Haar vaste expositie in het naburige woonzorgcentrum Havenzicht moet nodig worden gewisseld, maar ja, dat deed Henk altijd.
Een tweeling met bijzondere gaven. Het is zo mooi, de gezamenlijke liefde voor tekenen en schilderen levert heel eigen creaties op. Nel schildert veel met grote kwasten. Op het ogenblik schildert ze grachtenpandjes met acryl. Beiden schilderen ze ook grote meesters na.
Mijntje schildert nu de werken van de Oostenrijkse schilder Fahringer na. Hij logeerde in het Schippershuis en betaalde met schilderijen. Mooie Hoornse stadsgezichten. En Mijntje tekent graag, zelfs in de bus naar Parijs vloog haar potlood over het papier.
Ik ben bevoorrecht dat ik het werk van beiden mocht inzien, want de rijkdom van hun beider werk is groot. Al 50 jaar lang en natuurlijk schilderen ze gewoon door. Reeds jarenlang werkt Mijntje op dinsdagmorgen onder de begeleiding en met inspiratie van Janna Couveld en Nel op dinsdagmiddag bij Wil Verhoef met haar uitdagende opdrachten en haar grote kennis.
We hebben wat moois in huis met die twee. En daarom zetten we hen en hun werk nu in de schijnwerpers.
Marina Slot